TWELLO – “Ik heb een heel naar leven achter de rug. Dit is echt iets wat mij helemaal erboven op heeft geholpen.” Het zijn de woorden van Alie en andere bezoekers van de ontmoetingsplekken die de grootste indruk maken bij de gemeenteraad van Voorst. Tijdens een werkbezoek aan Mens en Welzijn Voorst liet deze zich informeren over het werk van de ‘buurtmakers’, over de waarde van de ontmoetingsplekken en de maatschappelijke ontwikkelingen die deze plekken zo nodig maken.
“Ik ben een ander mens geworden, veel jonger voel ik me”, vervolgt de 81-jarige Alie. Ze komt soms wel vier keer per week naar Trefpunt Duistervoorde; voor een lunch, bloemschikken, bingo of voor een kop koffie. De bezoekers van De Benring in Voorst, Klein Twello en Trefpunt Duistervoorde in Twello vertellen hun verhalen. Hieruit blijkt dat het om veel meer gaat dan ‘even wat leuks doen met anderen’.
Samen met vele vrijwilligers
Dat inwoners zo positief zijn over de ontmoetingsplekken komt voor een belangrijk deel door de niet aflatende inzet van veel vrijwilligers en de goede samenwerking tussen vrijwilligers en deelnemers enerzijds en de buurtmakers anderzijds. De vrijwilligers runnen de plek zelf, zij zitten achter het stuur. De buurtmakers werken hierop aanvullend. Zo leggen zij vaak de eerste contacten met nieuwe bezoekers, brengen inwoners met elkaar in contact, organisaties met inwoners en organisaties onderling. Ze zijn een laagdrempelig aanspreekpunt, ze adviseren, signaleren en wijzen inwoners op andere mogelijkheden als dat nodig en/of gewenst is.
De samenwerking tussen Mens en Welzijn Voorst, Trefpunt Duistervoorde en de Benring vormt dus een belangrijk deel van het werk. Alleen samen is het mogelijk om het brede aanbod aan ontmoetingsactiviteiten tot stand te brengen voor een grote groep mensen. Er komen wekelijks meer dan 500 mensen op regelmatige basis naar de drie ontmoetingsplekken. “Dit is alleen mogelijk dankzij de vele vrijwilligers en het werk van de buurtmaker”, aldus voorzitter Ton Simons van Trefpunt Duistervoorde.
Laagdrempelige ontmoeting als antwoord op vergrijzing en individualisering
De buurtmaker slaat een brug tussen actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de praktijk van ontmoeting en verbinding tussen mensen. Zij zien mogelijkheden, ontdekken behoeftes, signaleren problemen, creëren een vangnet en bouwen aan een sterke gemeenschap. Met deze functie beoogde directeur Roel Terwijn van Mens en Welzijn Voorst enkele jaren geleden in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen als ‘vergrijzing’ en ‘individualisering’. Om mensen uit de overbelaste zorg te houden, om ervoor te zorgen dat inwoners naar elkaar omkijken, dat de eigen gemeenschap een vangnet vormt, maar vooral ook om te zorgen dat inwoners zich gelukkiger voelen en dus gezonder blijven.
“Juist ‘gewone, vanzelfsprekende dingen’, worden de komende jaren steeds belangrijk maar óók steeds schaarser. In het bijzonder voor de groeiende groep kwetsbare ouderen. Het gewone is niet meer zo gewoon. Alles wijst erop dat we nog niet goed zijn voorbereid op de toename van het aantal ouderen. De buurtmakers helpen dat ‘gewone’ – het omzien naar elkaar, gezellig samen komen, mensen in de buurt leren kennen en die contacten onderhouden – te versterken.”, aldus Terwijn. De vertegenwoordigers van de gemeenteraad (alle fracties waren vertegenwoordigd) en wethouder Bert Visser luisteren met veel belangstelling, stellen goede vragen en spreken hun waardering uit. De weg die Mens en Welzijn Voorst heeft ingezet werpt zijn vruchten af. Anderhalf jaar na het aanstellen van de buurtmakers bloeit de samenwerking met de andere ontmoetingsplekken en blijkt de waarde voor vele inwoners van de gemeente. Zo vertelt Jane dat ze nadat haar man was gestorven het eerste jaar helemaal alleen was. Alleen thuis, ze zag niemand. Eerst moest ze wel wennen maar nu voelt zich echt thuis op Klein Twello. “We spelen spelletjes, we praten met elkaar en er is veel te lezen.’ Bertus uit Voorst werd blind en verloor zijn vrouw zes jaar geleden. Sinds die tijd is hij alleen. Hij kreeg de vraag uit het dorp om een kop koffie te komen drinken bij de Benring. Hij hier nu wekelijks om samen met anderen te eten en te kletsen. Bertus: “Het komt goed maar je moet er wel zelf wat aan doen.”
Neem voor meer informatie contact op met Marije van Ingen
Weten wat we nog meer voor je kunnen betekenen? Zoek in alle activiteiten en verhalen van inwoners!